Water in al zijn vormen
Waar je ook kijkt op deze aardbol, overal zie je water: in zeeën, meren en rivieren, maar ook op bergen en zelfs in de lucht! In welke toestand water zich ook bevindt, het verandert altijd volgens dezelfde cyclus:
1
Verdamping
Onder invloed van de warmte van de zon komt het water in oceanen, zeeën, meren en rivieren in gasvormige toestand in de atmosfeer terecht. Dit noemen we waterdamp. Als deze verdamping afkomstig is van de grond (waarin regenwater is gesijpeld) of van de transpiratie van planten, noemen we ditevapotranspiratie.
1
Verdamping
Onder invloed van de warmte van de zon komt het water in oceanen, zeeën, meren en rivieren in gasvormige toestand in de atmosfeer terecht. Dit noemen we waterdamp. Als deze verdamping afkomstig is van de grond (waarin regenwater is gesijpeld) of van de transpiratie van planten, noemen we ditevapotranspiratie.
1
Verdamping
Onder invloed van de warmte van de zon komt het water in oceanen, zeeën, meren en rivieren in gasvormige toestand in de atmosfeer terecht. Dit noemen we waterdamp. Als deze verdamping afkomstig is van de grond (waarin regenwater is gesijpeld) of van de transpiratie van planten, noemen we ditevapotranspiratie.
2
Condensatie
We spreken van condensatie als de waterdamp (afkomstig van verdamping of evapotranspiratie) opstijgt in de lucht. Hoe hoger de damp stijgt, hoe kouder en hoe meer wolken er gevormd worden.
3
Neerslag
Als er te veel waterdamp in een wolk zit, barst de wolk en laat ze de waterdamp los in de vorm van regen. Als het heel koud is, kan de regen in sneeuw veranderen.
4
Afvloeiing
Regenwater valt soms op een ondoordringbare ondergrond. Dan stroomt het water in de richting van oppervlaktewateren (zoals een meer of een rivier): dat noemen we afvloeiing.
5
Infiltratie
Infiltratie, dat is water dat in rotsen en doordringbare ondergronden dringt. Dit water komt dan in ondergrondse waterbekkens of ondergrondse rivieren terecht.